[In moeders handschrift: Laatste brief van Vincent: 10 dagen tevoren.]
Beste Moeder,
Wel bedankt voor uw laatsten brief, dien ik nog niet
beantwoordden. Wil heeft mij verteld dat U nog naar Nuenen
zijt geweest. Wat ik mij zoo erg goed kan begrijpen en reeds
verlangend ben van U te hooren hoe U daar de dingen gevonden hebt
en oude vrienden hebt bezocht.
De tijd gaal snel voorbij al duren sommige dagen lang. En het
was met veel belangstelling dat ik hoorde dat Wil in het hopital
Wallon werkzaam is geweest. Het was eigentlijk mijn plan niet om
reeds weer naar Parijs terug te gaan ik had er nog een jaar gebleven als
niet de laatste keer ik niet wel was ik het bepaald gedeeltelijk moest
toeschrijven aan den invloed die de ziekte van anderen op mij maakte.
Waarom ik besloot dat het tijd was te veranderen van omgeving wilde
ik mijn betrekkelijke werkkracht en wat mij rest van gezond verstand behouden.
Dat schreef ik nog heden aan Dr. Peyron ik had er met hem woorden over
gehad maar wij waren toch goed gescheiden en hij had Theo naar
tijding van me gevraagd. Ik hield veel van hem en wederkeerig maakte
hij een onderscheed in mijn voordeel tusschen mij en anderen van zijn patiënten.
En het is zoo dat als ik er ooit wilde terug kunnen ik
er als bij vrienden zijn zoude. Doch ’t het genoegen Theo
terug te zien en kennis te maken met Jo die mij verstandig
en hartelijk en eenvoudig voorkomt en met mijn nieuw
naamgenootje en verder terug te zijn onder de schilders en
weer verdiept in al de strijd en discussie en vooral arbeid in
het wereldje op zich zelf van de schilders al die afleiding werkt
De doktor hier heeft mij veel sympathie beloond ik kan er aan
huis komen zoo dikwijls ik wil en hij is goed op de hoogte
van wat er onder de schilders dezen dagen behandeld wordt. Hij is
zelf zeer zenuwachtig vooral denkelijk is dat er niet beter op geworden
sedert den dood van zijne vrouw. Hij heeft twee kinderen een meisje van
19 en een jongen van 16. Hij zegt mij dat het werken nog ’t beste
is om in mijn geval er boven op te blijven.
Nu in de laatste 14 dagen of 3 weken die ik te St-Rémy was
heb ik nog gewerkt van s’morgens vroeg tot s’avonds zonder ophouden.
En ben maar een paar dagen te Parijs gebleven en hier
dadelijk weer aan den gang gegaan.
Enkele bijzonderheden hoorde ik van hem betreffende Cor. Als ik
schrijft groet hem regt hartelijk voor me en vertel hem eens ik weer
terug ben. Ik zou hem wel schrijven maar het is een zoo heel ander
vak het zijne en het mijne.
Theos’ vacantie nadert en dus zult U hen betrekkelijk spoedig
terug zien.Zij hebben plan ook een paar dagen naar hier te komen,
want wij hebben elkaar maar weinig en kort en gehaast gezien.
Het is hier ongelukkig duur in het dorp maar Gachet
de dokter zegt me het in al de dorpen in den omtrek al mee net
eender is en hij zelf er ook veel van te lijden heeft bij
vroegen vergeleken. En in de eerste tijden dien ik nog in de buurt
van een doktor dien ik ken te blijven. En hem kan ik in schilderijen
betalen en een ander zou ik dat niet kunnen in geval er eens iets
gebeurde dat ik zijn hulp noodig had.
Nu zeg ik U goeden dag want ik moet er op uit.
Hopende U zelf en Wil in goede gezondheid deze zult ontvangen
en in gedachten omhelsd.
Nu liefs, Vincent
At this time, Vincent was 37 year oldSource: Vincent van Gogh. Letter to His Parents. Written 25 May 1890 in Auvers-sur-Oise. Translated by Robert Harrison, edited by Robert Harrison, number 639. URL: https://www.webexhibits.org/vangogh/letter/21/639-nl.htm.
This letter may be freely used, in accordance with the terms of this site.
|